Onderwijsrecht: actuele onderwerpen

primair onderwijs / voortgezet onderwijs / middelbaar beroepsonderwijs / hoger onderwijs

advocaat onderwijsrecht

Nieuwsberichten

Remediëringstraject Universiteit Maastricht houdt stand

Een student geneeskunde aan de Universiteit Maastricht wordt door de opleiding op een zijspoor gezet omdat voor een aantal coschappen geen voldoende wordt behaald. De universiteit biedt de student een remediëringstraject aan. Als dat traject met succes wordt doorlopen, mag hij zijn opleiding voortzetten.

Het remediëringstraject wordt niet voldoende beoordeeld, zodat de student zijn opleiding niet kan voortzetten. De student vecht de beoordeling aan, doch komt in beroep bij het College van Beroep voor de Examens niet verder. In beroep bij het CBHO wordt een verderstrekkend standpunt ingenomen, namelijk dat het remediëringstraject geen wettelijke grondslag (in de WHW) kent. Doel is vastgesteld te krijgen dat de student ten onrechte op een zijspoor is gezet, zodat hij zijn opleiding kan voortzetten zonder het remediëringstraject als vereiste tegengeworpen te krijgen.

Het CBHO gaat hier niet in mee en verklaart het beroep ongegrond. Dit oordeel brengt met zich dat het remediëringstraject, zoals dat door de universiteit is ingericht, in stand kan blijven.

CBHO 25 februari 2021, zaaknummer 2020/157/CBE

CBHO oordeelt over fraudezaken

Sinds coronatijd worden veel tentamens digitaal afgenomen via programma's als ProctorExam en Proctorio. Ook worden tentamens achteraf gecontroleerd met plagiaatscanners als Urkund. In sommige gevallen leidt dat tot discussies over samenwerken.

Inmiddels heeft het CBHO geoordeeld over een aantal kwesties. In die kwesties heeft de omvang van de fraude ter discussie gestaan, alsmede de zwaarte van de opgelegde sancties.

Uit jurisprudentie volgt, ook in het geval slechts in één vraag van een geheel tentamen een gelijkenis wordt aangetroffen met het werk van een medestudent, onder gegeven omstandigheden fraude kan worden aangenomen (zie bijvoorbeeld CBHO 2020/094 CBE en 2020/101 CBE).

Studenten waarvan wordt aangenomen dat het werk vrijwel geheel samen is gemaakt, kunnen direct met een zware sanctie als een half jaar uitsluiting van het onderwijs worden bestraft. Meegewogen kan worden dat bijvoorbeeld voorafgaand aan het tentamen een authenticiteitsverklaring is ondertekend (CBHO 2020/147/CBE en 2020/151/CBE).

Of fraude voldoende aannemelijk kan worden geacht, blijft casuïstisch. Door sommige onderwijsinstellingen wordt een onvolledige deskscan als fraude gezien. Dat is echter niet per definitie het geval. Daarnaast wordt vaak fraude aangenomen, terwijl sprake is van een onregelmatigheid. Daar zit een verschil in.

Wordt u aangesproken op fraude? Neem gerust contact op om te bezien of wij hierin iets voor u kunnen betekenen.

Een voorspoedig 2021 gewenst!

Ook in 2021 blijft Onderwijsrecht.nl u van informatie en uitspraken op het gebied van het onderwijsrecht voorzien.

Wij hopen dat het coronavirus het onderwijs niet in de weg staat en dat leerlingen, deelnemers en studenten erin slagen ondanks alles de voortgang in hun opleiding te houden.

Een gezond en voorspoedig 2021!

Actuele bereikbaarheid

Deze week heeft de overheid nieuwe maatregelen aangekondigd in verband met het coronavirus. Onze bereikbaarheid blijft gelijk. Waar mogelijk, vinden gesprekken plaats via telefoon of video-verbinding. Indien een fysieke afspraak noodzakelijk is, kan gebruik worden gemaakt van onze speciaal daarvoor ingerichte spreekkamer.

Kunt u telefonisch ons niet bereiken? Schroom dan niet ons via e-mail te benaderen. Streven is u op doordeweekse dagen binnen 24 uur van een reactie te voorzien.

Stay Safe!

CBHO doet uitspraak in kwesties decentrale selectie geneeskunde VU

Het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs heeft recent een aantal uitspraken gedaan in de kwestie omtrent de decentrale selectie geneeskunde aan de Vrije Universiteit. De VU heeft, vanwege de perikelen omtrent het coronavirus, besloten de selectieprocedure te wijzigen. Daarnaast gaat het nodige mis bij de toekenning van rangnummers.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, stelt 50 extra plaatsen beschikbaar voor studenten die door de kwestie gedupeerd zijn. Een aantal studenten valt echter buiten de boot en besluit beroep aan te tekenen bij het CBHO.

De uitspraken zijn inmiddels te vinden op de website van het CBHO. Een enkeling heeft gelijk gekregen. In zijn algemeenheid komt het CBHO tot het oordeel dat de VU de selectieprocedure vanwege het coronavirus heeft mogen aanpassen. Daarin is zorgvuldig gehandeld. In individuele gevallen had een student toch een plaats aangeboden moeten krijgen, doch over de linie is juist gehandeld.

De uitspraken scheppen duidelijkheid over het toetskader in geval van onvoorziene omstandigheden die directe actie verlangen, zoals Covid-19.

Bron: cbho.nl

CBHO oordeelt over onderzoekshandeling fraude

Een studente aan de Vrije Universiteit wordt aangesproken op een vermoeden van fraude. Dat vermoeden kan echter niet worden onderbouwd. De studente wordt, om elke twijfel wel te nemen, verzocht haar these ten overstaan van twee onafhankelijke deskundigen te verdedigen.

De studente kan zich niet met de gang van zaken verenigen en stelt de kwestie aan de orde bij het College van Beroep voor de Examens. Het CBE acht het beroep ongegrond. De studente laat het er niet bij zitten en gaat door naar het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs.

De belangrijkste overweging van het CBHO is de volgende:

Omdat de verdediging het vermoeden van fraude volgens de examensubcommissie niet heeft kunnen bevestigen, heeft zij geen bestuurlijke sanctie opgelegd als bedoeld in artikel 5:2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Awb. Gelet op het voorgaande dient de verdediging ten overstaan van de deskundigen te worden aangemerkt als een onderzoekshandeling in verband met het vermoeden van fraude. Daarmee is de brief van 21 november 2019 niet zelfstandig op rechtsgevolg gericht, maar gaat het om een feitelijke (onderzoeks)handeling. De brief heeft immers slechts feitelijk tot gevolg dat appellante in de gelegenheid wordt gesteld haar masterthese te verdedigen. 

Het beroep van de studente wordt op dit punt niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak opent de weg naar de civiele rechter. Uit de uitspraak volgt immers dat de onderzoekshandeling an sich niet gebaseerd is op een bevoegdheid voortvloeiende uit de WHW. To be continued?

Uitspraak 12 augustus 2020, CBHO 2020/049

Overzicht

Volgen

Contactformulier

Contactgegevens

  • Parkstraat 20, 2514 JK Den Haag
  • tel: 070-3235825
  • fax: 070-3233629
  • e-mail: info@onderwijsrecht.nl

Copyright 2018 Verspaandonk Advocatuur