Een studente aan de Universiteit Tilburg (Tilburg Law School) krijgt een negatief bindend studieadvies/bindend afwijzend studieadvies (nbsa, bas, bsna of bsa). Zij komt hiertegen in beroep en doet een beroep op persoonlijke omstandigheden. Voorts voert zij aan dat het besluit onbevoegd is genomen, nu het afkomstig is van de voorzitter van de examencommissie en niet blijkt dat het genomen is door het bevoegde orgaan, te weten de decaan.

Het beroep op persoonlijke omstandigheden wordt afgewezen en het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO) verklaart het beroep ongegrond. Omdat de studente niet in haar belangen is geschaad nu de voorzitter van de examencommissie materieel bevoegd is het studieadvies te geven, wordt dit gebrek met toepassing van artikel 6:22 Awb gepasseerd. Wél kent het CBHO een proceskostenvergoeding toe. Hiermee wordt de studente toch enigszins op dit punt tegemoetgekomen.

Uitspraak 16 april 2019, CBHO 2018/203